16-19 juni: Buitenlandreis Oranje Leeuw

Het begint traditie te worden om elk jaar mee te gaan met ‘de buitenlandreis’ van ‘Oranje Leeuw Golf’ (de personeelsvereniging van mijn oude werkgever). Ik ben nu 6 keer mee geweest. Alleen 2019 naar Zweden heb ik gemist (stom; stom stom) en daarna kwam Corona langs.
Maar nu dus naar Duitsland. Golfen is op vrijdag, zaterdag en zondag, maar de meesten vertrokken al donderdag naar het golfhotel ‘Gut Heckenhof’; net onder Keulen.
Ik arriveerde om een uur of 4 en heb wat rondgekeken. Behalve golf-gerelateerde dingen is er niets te beleven.
‘s Avonds ontmoeting met de andere deelnemers. Ongeveer 20 (van de 26) waren ook al gearriveerd. Een smakelijk buffet en gezellig bijpraten op het terras. Fantastisch weer.

‘Gut Heckenhof’ heeft drie ‘lussen’ (en een oefenbaantje). Vrijdag liepen we de ‘gele’ en de ‘groene’ lus; Zaterdag ‘groen’ en ‘rood’. Ik vond het eerlijk gezegd allemaal wat saai. Een beetje park-achtig aangelegd. Ik kan niet zo goed golfen; dus vind het belangrijker dat het er leuk/avontuurlijk uitziet dan dat het ‘golf-technisch’ in orde is.
Zaterdag was het wel vies warm. Overdag zo’n 36 graden en die nacht werd het op mijn kamer niet minder dan 28.

Zondag vroeg op. Inpakken, ontbijten, afrekenen en verkassen naar de tweede golfbaan: Burg Overbach. Half uurtje rijden en de eerste flight start daar om om 10:00.
Deze baan vind ik heel veel mooier dan de vorige. Hij ligt tegen een berghelling aan en dat levert mooie uitzichten en lastige slagen op.
Het weekend wordt om half zes afgesloten (met huldiging van winnaar Barry) en tegen achten zijn we weer in Nederland.

31 mei: dagje Rotterdam

dagje Rotterdam.
Eerst (via de Bijenkorf) naar de ‘RoofTopWalk’.
Wat is Rotterdam toch een prachtige stad. Eigenlijk ben ik een ‘Amsterdammer’ en ga daar minstens 3 keer per jaar naartoe. Maar heb me voorgenomen vaker naar ‘010’ te gaan. Het is volkomen onvergelijkbaar met Amsterdam maar op sommige punten heel veel mooier.

Het tweede deel van ons dagje Rotterdam bezochten we ‘het depot’ (de opslag) van museum Boijmans-van Beuningen. We waren nog nooit in dat museum geweest en nu is het langdurig gesloten voor renovatie.
Maar pal naast dat museum ligt het gloednieuwe depot.
Dat heeft verschillende architectuurprijzen gewonnen: en terecht.

Je krijgt in dit depot een indruk hoe al die (150.000) kunstwerken bewaard worden. Slechts een klein deel is steeds in een museum te zien.
We begonnen met een kleine rondleiding met een gids. Je moest een wit jasje aan (tegen stof en zo) en mocht toen 10 minuten in een van de opslagruimtes. Daar heerst een geconditioneerd klimaat (we hebben ook nog de luchtbehandelingsinstallatie gezien).

Het is dus vooral een technisch gebeuren. Maar hier en daar hebben ze toch ook nog wat kunstwerken tentoongesteld. Zeker nu het echte museum dicht is.
Leuk om gezien te hebben.
En: een werkelijk prachtig gebouw!

27 mei: bezoek aan de KLM Open

Samen met golfmaat (en vriend) Jos een bezoek gebracht aan ‘de KLM Open’.
Jos kon via zijn zoon (redleijk) voordelig aan kaartjes komen.
Het toernooi wordt gespeeld op de golfbaan Bernardus in Cromvoirt. Vreemd hoor; zo’n superbaan op die plek…
‘technisch’ is het een mooie baan. De fairways zijn bijvoorbeeld mooier/gladder dan de greens op mijn thuisbaan. Het schijnt ook mooi te bespelen te zijn. Maar ik vind het maar saai. Het gaat mij altijd wat meer om het ‘landschappelijk uiterlijk’.

Wel leuk om die experts te zien slaan. Hoewel ik de meeste ballen niet kon volgen. En ze slaan ongeveer twee keer zo ver als ik.

Zie de foto’s hieronder voor een indruk van de dag.

19 mei: Arnhem

Het was vandaag een fijne dag.
De foto’s zullen jullie wellicht weinig doen, maar geven mijzelf wel wat herinneringen:
– eerst met de auto naar Arnhem en onder het *station* geparkeerd. Wat is dat toch een mooi station… Normaal gaat een mens met de trein, maar ik had de auto nodig.
– Met oud-collega Erik het vernieuwde museum Arnhem bezocht. Ik vind het een aanrader. Alleen was (vanwege ‘personeelsgebrek’) het restaurant gesloten.
– Iets eerder dan gepland (samen met Erik) vertrokken naar de golfbaan Welderen (Arnhem Zuid) en daar prima geluncht op het fantastische terras daar.
– Op Welderen loste oud-collega René Erik af, en hebben René en ik vanaf 5 uur een complete ronde gegolfd
– bij zonsondergang hebben René en ik op dat prima terras de dag nog eens geëvalueerd..
Mooie dag!

mei: broedseizoen 2022

Om te beginnen: dit jaar verliep alles in het nestkastje heel veel beter dan vorig jaar.
Er zijn (op 13 en 14 mei) uiteindelijk 9 koolmezen uitgevlogen.

De hele winter slaapt er al een koolmees in de nestkast; maar half maart wordt ze (want het schijnt altijd het vrouwtje te zijn) wat actiever.
In het filmpje hieronder zie je dat ze aangeeft dat dit haar terrein is (zie ook deze verklaring)

Nogal tot mijn verbazing zie ik 10 april opeens een heleboel eitjes. Dat heeft ze toch maar (voor mij) ongemerkt gedaan. Ik had ook nog nooit een mannetje in de buurt gezien…

14 (?) april begint ze te broeden em ze krijgt af en toe een rupsje van het mannetje. Maar ze gaat ook best vaak zelf even een kwartiertje weg (en laat dan de eitjes gewoon open en bloot liggen).

23 april komt het eerste eitje uit en de rest volgt in de uren erna


de weken erna is het een drukte van belang voor de ouders

Een van de jonkies heeft het niet gered.

13 en 14 mei is het zover. de vogels vliegen uit!
Gistermorgen 5 en vanochtend de laatste 4.
Dat duurde allemaal langer dan ik dacht en het is ook moeilijk te volgen.

Bij het opruimen van het nest vond ik 1 eitje wat niet uitgekomen was.
Alles klopt dus. 11 gelegd, 10 jonkies geteld, eentje heeft het niet gered, 9 uitgevlogen.
Een mooi succes!
De kast is weer klaar voor volgend jaar (en heel misschien nog voor een tweede nest, dit jaar)

18-22 April. Een midweek naar Terschelling

Maandagmorgen om een uur of 10 van huis en de boot van 1 uur.
Iets na drieën komen we aan bij ons ‘Bed&Breakfast huisje’ achter hotel/eethuis de Koegelwieck in Hoorn. Ziet er prima uit. Daar gaan we het wel volhouden.
Na ‘installatie’ lopen we het dorpje in. Er is (zo vroeg in het seizoen) niets te beleven en we lopen door de polder heen en weer naar de waddendijk. Die avond hadden we gereserveerd in het eethuis en eten daar prima.



Dinsdag staat een wandeling in het oosten van het eiland op het programma. Zie het kaartje hierboven. We liepen tegen de klok in; en je ziet dat het ons in eerste instantie niet lukte om de zee te bereiken. Het gebied vóór de duinen is in deze tijd van het jaar nog erg drassig. We moesten terug en een stuk over het fietspad.
Op het brede (en helemaal verlaten) strand aangekomen een eind tegen de stevige Oostenwind langs zee gelopen en door de duinen en het natuurgebied weer terug.
Zie de foto’s hieronder.
De Koegelwieck is dinsdag en woensdag gesloten, dus daar kunnen we niet terecht. We eten (matig) een paar deuren verderop bij ‘Hessel’. Dat is een lokale beroemdheid (‘de Bruce Springsteen van Terschelling’) maar het is nog wat vroeg in het seizoen, dus dat optreden wordt ons bespaard.



Woensdag een wandeling vanuit West-Terschelling.
Auto bij de haven geparkeerd en het dorpje in. Leuk dat de Branadaris daar zo precies in het midden ligt. Meteen uit het dorp klim je een duin op en hebt vandaar een mooi uitzicht.
Het idee is verder hetzelfde als gisteren. Je loopt door een mooi natuurgebied naar de duinen; dan een stuk langs zee en weer terug naar het dorp. In dit geval door een stuk bos. Dat hebben ze daar ook (een beetje).
Onderweg was geen catering; dus we waren blij toen we weer in het dorpje waren. Daar hebben we ‘onder de Brandaris’ prima garnalenkroketjes gegeten.
Ook achteraf was deze wandeling de mooiste van de hele week.
‘s Avonds vrij luxe gegeten bij ‘de drie Grapen’. Dat restaurant herinnerde ik me (heel vaag) van mijn vakanties in ’72 en ’73. Als we aan het eind van de vakantie nog geld over hadden, gingen we daar (kip) eten…



Over de woensdagavond valt nog wat te melden.
Bij de VVV (in West) hadden we die ochtend een foldertje gezien van ‘dark Sky Terschelling’. Vanaf Oosterend probeert men het donker te beschermen en als je een klein stukje de Boschplaat oploopt heb je een prachtig zicht op de sterrenhemel.
Op de meeste plekken in Nederland is zoveel ‘lichtvervuiling’ dat je alleen maar de meest heldere sterren ziet.
Vanaf 11 uur is het echt donker en om half 11 gingen we die kant op. We hadden ons te slecht voorbereid en konden eigenlijk niet goed bepalen waar we (vanaf het parkeerterrein) heen moesten. Ook lukte het me niet om met mijn fototoestel iets redelijk vast te leggen. Het is nog verbazend dat er toch nog af en toe mensen in het stikdonker opdoemen. Eigenlijk best een beetje eng…
Hoewel het ‘beter moet kunnen’, vond ik het toch fijn om weer eens zoveel sterren te zien.



Donderdag deden we het midden van het eiland. Met een fikse tippel van 16 kilometer twee keer het eiland overgestoken en dus zowel de Noodzeekust als de Waddenzee gezien.
Natuurlijk gestart in Midsland. Daar had ik ook nog wat (vage) herinneringen liggen; want daar waren de kroegen!
Iets voorbij halverwege de wandeling kwamen we door het plaatsje Formerum. Dat is het vermelden waard, want daar was indertijd de camping waar ik zat. Camping Mast is wel erg veranderd en er kwamen geen herinneringen terug. Wel wat vage herkenning van restaurant ‘de Rustende jager’ en ‘de Koffiemolen’. Beide binnen honderd meter van de camping.
Zie foto’s hieronder.
‘s Avonds weer lekker eten bij de huisbaas.



De laatste dag alweer. We zijn wel wat uitgewandeld en hebben twee musea op het programma staan.
Het leukste lijkt ons het bunkermuseum; maar daar kunnen we pas om 1 uur terecht. Want: we willen een rondleiding met een gids. Dat is ons aangeraden en blijkt ook wel nodig te zijn. Anders kom je niet in de echt interessante plekken. Het bezoek krijgt van ons een heel ruime voldoende.
De ochtend besteden we dan maar aan ‘het behouden Huys’. Dat is wat minder, maar toch geen straf.
Terug van het bunkermuseum parkeren we weer in de haven en lopen nog wat over de zandplaat van ‘de Noordsvaarder’. We hebben goed zicht op alle schepen die aankomen en vertrekken. Dat zijn er nog heel wat.
We scoren een (heerlijke) kibbeling en kunnen meteen daarna de boot op. Die vertrekt om half 6 en iets na negenen zijn we weer in Ede.

5 maart: ‘minimal Useless Machine’

Op Internet kwam ik een filmpje tegen van iemand die een ‘heel klein useless machientje’ had gemaakt.
Met op Thingiverse alle benodigde bestanden (zowel voor de 3d-print als de coding).

Ik kon het niet nalaten er een paar te maken…
Een stuk minder creativiteit dan mijn grote project eerder dit jaar; maar toch wel grappig.
En weer wat dingetjes geleerd:
– Ik wist niet dat er zulke kleine ‘arduino-compatibles’ waren (‘Digispark ATtiny85’).
– En geleerd dat er ‘draadinzetstukken’ bestaan. Daarmee kun je heel prima boutjes in je 3D-werkstukjes schroeven. Het is een soort ‘moertje’ wat je in je plastic ‘vastsmelt’.

Nu moet ik misschien toch maar ophouden met die useless machines…

23 Februari. Tentoonstellingen in Amsterdam

Eindelijk een dagje geen regen.
We gaan naar Amsterdam!
Er zijn twee tentoonstellingen die heel binnenkort aflopen en die we toch graag willen zien:
– een ‘herdenkingstentoonstelling’ van Peter van Straaten (5 jaar geleden overleden)
– de (gerestaureerde) Gouden Koets, die waarschijnlijk ‘nooit’ meer zal rijden

We beginnen in het Allard Pierson museum, waar de tentoonstelling van Peter van Straaten is te zien.
Wat heeft die man toch veel gemaakt… Eigenlijk is vandaag niet eens heel veel van zijn werk te zien; maar een aantal mensen heeft, vanuit hun eigen vak/interesse, een aantal tekeningen eruit gelicht.

Het Allard Pierson museum is een beetje een eigenaardig museum; met vooral een ‘archeologische’ achtergrond. We zijn er nu toch en maken een rondje. Het is verrassend interessant. Ook zonder ‘van Straaten’ is het museum zeker de moeite waard. Zie hieronder een aantal foto’s.

Na ‘het Allard Pierson’ lopen we (met prachtig weer!) een eindje door de stad en nemen de lunch bij ons favoriete kroegje: ‘Café de Pels’ in de Huidenstraat (aanrader!).

Versterkt lopen we door de Kalverstraat terug naar het Amsterdam Museum. Want daar is de Gouden Koets te zien. Nog maar een paar dagen, want het museum gaat voor een paar jaar dicht (verbouwing) en de koets zal verdwijnen in de koninklijke stallen. Het is, vanwege alle commotie rond de ‘slavernij-tekeningen’, niet te verwachten dat de koets nog eens zal rondrijden.
In het Amsterdam Museum is ook een tijdelijke tentoonstelling ingericht rondom het ‘vrijdenkers-principe’ van Spinoza. Eerlijk gezegd vonden we die tentoonstelling wat minder.

Maar: het was fijn om weer eens een dagje in Amsterdam te zijn geweest….

Februari: groot Scanproject. Eerste fase afgerond.


Iedereen heeft volgens mij wel zo’n stapel op zolder

Al vele jaren ‘staat op mijn lijstje’ dat ik eigenlijk eens ‘wat zou moeten doen’ met mijn papieren foto’s.
Vanaf de zomer van 2001 ‘ben ik digitaal’; en van mijn jeugd heb ik maar weinig foto’s, maar vanaf zo’n beetje 1980 is er een vrij indrukwekkende hoeveelheid papieren foto-albums. Ze staan op zolder…

Digitaal heeft wel heel veel voordelen:

  • je kijkt er veel makkelijker even in. En als je een beetje goeie ordening hebt (liefst met een database), kun je makkelijk wat opzoeken
  • kwaliteit wordt in de loop der jaren niet minder (een aantal van mijn albums waren al helemaal verbleekt)
  • beschermd tegen brand en zo (aannemend dat je digitale backup-strategie op orde is)
  • geen rotzooi

Maar ja… hoe maak je die omzetting?
Jaren geleden heb ik eens een negatief-scanner geleend (van een computerclub) en daar een paar negatieven mee gescand. Best een aardig resultaat, maar een eindeloze klus (je moest strookje voor strookje doorvoeren). Ik heb het bij een stuk of 100 negatieven gelaten.

Nu begon het weer te jeuken. Ook omdat een vriend me vertelde dat hij onlangs al zijn foto’s had gedigitaliseerd.
Een paar experimenten gedaan; en uiteindelijk besloten om een (redelijk) professionele scanner te huren. Zo’n ding kost 1.000 euro en je hebt hem maar ‘even’ en eenmalig nodig. Een week huur kost 100 euro. Ik blijk hem twee weken nodig te hebben.
De verhuurder vertelt me dat scannen van foto’s (los of uit een album) maar een matig resultaat geeft. Het meeste haal je uit een negatief.
Toch wat experimenten gedaan, met in toenemende kwaliteit:

  1. een ‘foto van een foto’. Dus met je camera foto’s maken van de foto’s in een album. Gaat snel; maar o.a last van schitteringen
  2. Google fotoscan. Een app van Google waarmee je met je telefoon foto’s scant. Veel mensen zijn er enthousiast over
  3. mijn eigen scanner (van mijn all-in-one printer). Kan wel (redelijk) foto’s scannen, maar geen negatieven
  4. een fotoscan met de gehuurde ‘flatbed-scanner’. Net zoiets dus als met mijn eigen scanner. Maar deze heeft beter lenzen en zo.
  5. een negatiefscan met de gehuurde ‘flatbed-scanner’. Zoals de verhuurder al had voorspeld, geeft dit het beste resultaat.

Voor de negatiefscans stel ik de scanner in op 2400 dpi, 24 bit kleur en verder alle defaults. De scan van 1 negatiefbeeldje kost dan ruim een minuut.
De scanner kan 4 strookjes tegelijk scannen. De meeste van mijn negatiefstrookjes bevatten 4 beeldjes. Dus ik scan ongeveer 15 beeldjes per ‘run’. Dat duurt dan een ruim kwartier.
Na zo’n run moet ik negatieven wisselen, wat administratie doen en wat klikjes in de software.
Al met al is het een proces van 20 minuten (5 minuten ‘werken’ en 15 minuten wachten).
Zie het filmpje.


Ik heb 2 negatief-albums, met daarin totaal zo’n 3.000 beeldjes.
15 per run = 200 runs = 4.000 minuten = 66 uur. Netto. Er gaat wel eens wat mis en je moet ook wel eens even wat anders doen.
Ik ben 7 dagen bezig geweest; ongeveer 14 uur per dag.
Eerlijk gezegd viel de kwaliteit me toch nog een beetje tegen. Wat zitten zoeken en zo, en kwam op een recept voor het best mogelijke resultaat (met deze scanner). Dan moet je hem anders instellen en ook nog wat nabewerking op de computer doen. Dan krijg je gigantisch grote bestanden en (erger) je bent dan minstens 7 minuten tijd kwijt per beeldje (waarvan 2 minuten handwerk). Na rijp beraad besloten dat niet te gaan doen. Dan moet je echt zelf zo’n scanner kopen en er maanden tijd aan besteden.
Besloten om blij te zijn met wat ik nu bereik.


losse mapjes en foto’s

Na ruim een week had ik al (?) mijn negatieven gescand.
Op zolder stonden kisten met foto-albums en een nare doos vol met ‘troep’. Losse foto’s en mapjes zoals ze van de afdrukcentrale waren gekomen en die ‘nog moeten worden ingeplakt’.
Eerst die doos eens uitgemest. En daar kwamen we nog een paar honderd negatieven in tegen.
Van de meeste losse foto’s waren negatieven (de meeste de afgelopen week gescand), maar ook wel een aantal waarvan geen negatieven waren. Een selectie gemaakt welke van die foto’s ik zou scannen.


allerlei albums

Daarna de albums bekeken.
Van de meeste foto’s (in die albums) had ik negatieven (al gescand dus). Maar van sommige albums had ik helemaal geen negatieven. Bijvoorbeeld ons trouw-album.
In eerste instantie de foto’s in die albums met ‘Google Fotoscan’ gescand. Maar het resultaat vond ik toch te mager. Dus al die dikke, zware albums toch maar op de scanner gelegd en op die manier gescand. Dan ben je per foto toch ook wel een paar minuten bezig.
Ondertussen heeft Phia de familie-albums doorgekeken en gecontroleerd of er van al die foto’s wel een (negatief-) scan was. Verreweg van de meeste wel, maar in elk album ontbraken er wel een aantal. Die heb ik ‘bijgescand’ (dus album op de scanner).

Dat scannen van die losse foto’s en albums kostte ook nog bijna een week.
Aan het einde van het verhaal had ik:
– 3.000 scans van negatieven
– 1.000 scans van foto’s
Tijdens dat hele scan-gebeuren heb ik natuurlijk zo goed mogelijk een naamgevings-conventie (yymm) gehanteerd en de scans op die manier bij elkaar gehouden.
Het dateren van losse foto’s bleek trouwens ook nog een uitdaging.
De scans beslaan een periode van 1973 tot 2001 (toen werd ik digitaal).
Vooral vanaf 1982 zijn het er zo’n 100-200 per jaar. Vakanties met Phia en zo.
Even terzijde: na 2001 digitaal en toen kwamen er 2.000 per jaar bij. 10 keer zoveel dus. Ik heb totaal ongeveer 60.000 foto’s….

Als het goed is (‘famous last words…’) heb ik van al mijn papieren foto’s nu een digitale kopie.
De scanner gaat vandaag terug naar de verhuurder.
Onderaan deze post nog wat foto’s van het hele gebeuren.

De volgende slag is een administratieve (en een heel klein beetje creatief).

De naamgeving en volgorde van de gemaakte scans is maar zo-zo. Die moet ik nalopen en aanpassen. Ook wil ik dat de scans (ongeveer) de ‘opname-tijd’ krijgen die bij de papieren foto hoort. Nu staat als ‘opname-tijd’ de datum/tijd dat de scan is gemaakt. Dat is wat vervelend bij sorteren en zo.
Ik ga de papieren foto-albums als basis gebruiken voor ‘verzamelingen’ in Lightroom (in Lightroom heb ik alle foto’s geadministreerd).
De foto-albums bevatten namelijk ‘de beste foto’s’; want de rest werd niet ingeplakt.
Ook wil ik de tekst die (in de albums) bij de foto’s staat overnemen in de ‘exif-informatie’ van de digitale scan. Want als het papieren album verloren gaat is het zonde als die tekst weg is.

Hier verwacht ik nog wel een week mee bezig te zijn.

Daarna ga ik de 4.000 nieuwe aanwinsten uploaden naar Flickr (en daar misschien ook nog de albums definieren).

Last but not least een extra backup maken op DVD’s.