18-22 April. Een midweek naar Terschelling

Maandagmorgen om een uur of 10 van huis en de boot van 1 uur.
Iets na drieën komen we aan bij ons ‘Bed&Breakfast huisje’ achter hotel/eethuis de Koegelwieck in Hoorn. Ziet er prima uit. Daar gaan we het wel volhouden.
Na ‘installatie’ lopen we het dorpje in. Er is (zo vroeg in het seizoen) niets te beleven en we lopen door de polder heen en weer naar de waddendijk. Die avond hadden we gereserveerd in het eethuis en eten daar prima.



Dinsdag staat een wandeling in het oosten van het eiland op het programma. Zie het kaartje hierboven. We liepen tegen de klok in; en je ziet dat het ons in eerste instantie niet lukte om de zee te bereiken. Het gebied vóór de duinen is in deze tijd van het jaar nog erg drassig. We moesten terug en een stuk over het fietspad.
Op het brede (en helemaal verlaten) strand aangekomen een eind tegen de stevige Oostenwind langs zee gelopen en door de duinen en het natuurgebied weer terug.
Zie de foto’s hieronder.
De Koegelwieck is dinsdag en woensdag gesloten, dus daar kunnen we niet terecht. We eten (matig) een paar deuren verderop bij ‘Hessel’. Dat is een lokale beroemdheid (‘de Bruce Springsteen van Terschelling’) maar het is nog wat vroeg in het seizoen, dus dat optreden wordt ons bespaard.



Woensdag een wandeling vanuit West-Terschelling.
Auto bij de haven geparkeerd en het dorpje in. Leuk dat de Branadaris daar zo precies in het midden ligt. Meteen uit het dorp klim je een duin op en hebt vandaar een mooi uitzicht.
Het idee is verder hetzelfde als gisteren. Je loopt door een mooi natuurgebied naar de duinen; dan een stuk langs zee en weer terug naar het dorp. In dit geval door een stuk bos. Dat hebben ze daar ook (een beetje).
Onderweg was geen catering; dus we waren blij toen we weer in het dorpje waren. Daar hebben we ‘onder de Brandaris’ prima garnalenkroketjes gegeten.
Ook achteraf was deze wandeling de mooiste van de hele week.
‘s Avonds vrij luxe gegeten bij ‘de drie Grapen’. Dat restaurant herinnerde ik me (heel vaag) van mijn vakanties in ’72 en ’73. Als we aan het eind van de vakantie nog geld over hadden, gingen we daar (kip) eten…



Over de woensdagavond valt nog wat te melden.
Bij de VVV (in West) hadden we die ochtend een foldertje gezien van ‘dark Sky Terschelling’. Vanaf Oosterend probeert men het donker te beschermen en als je een klein stukje de Boschplaat oploopt heb je een prachtig zicht op de sterrenhemel.
Op de meeste plekken in Nederland is zoveel ‘lichtvervuiling’ dat je alleen maar de meest heldere sterren ziet.
Vanaf 11 uur is het echt donker en om half 11 gingen we die kant op. We hadden ons te slecht voorbereid en konden eigenlijk niet goed bepalen waar we (vanaf het parkeerterrein) heen moesten. Ook lukte het me niet om met mijn fototoestel iets redelijk vast te leggen. Het is nog verbazend dat er toch nog af en toe mensen in het stikdonker opdoemen. Eigenlijk best een beetje eng…
Hoewel het ‘beter moet kunnen’, vond ik het toch fijn om weer eens zoveel sterren te zien.



Donderdag deden we het midden van het eiland. Met een fikse tippel van 16 kilometer twee keer het eiland overgestoken en dus zowel de Noodzeekust als de Waddenzee gezien.
Natuurlijk gestart in Midsland. Daar had ik ook nog wat (vage) herinneringen liggen; want daar waren de kroegen!
Iets voorbij halverwege de wandeling kwamen we door het plaatsje Formerum. Dat is het vermelden waard, want daar was indertijd de camping waar ik zat. Camping Mast is wel erg veranderd en er kwamen geen herinneringen terug. Wel wat vage herkenning van restaurant ‘de Rustende jager’ en ‘de Koffiemolen’. Beide binnen honderd meter van de camping.
Zie foto’s hieronder.
‘s Avonds weer lekker eten bij de huisbaas.



De laatste dag alweer. We zijn wel wat uitgewandeld en hebben twee musea op het programma staan.
Het leukste lijkt ons het bunkermuseum; maar daar kunnen we pas om 1 uur terecht. Want: we willen een rondleiding met een gids. Dat is ons aangeraden en blijkt ook wel nodig te zijn. Anders kom je niet in de echt interessante plekken. Het bezoek krijgt van ons een heel ruime voldoende.
De ochtend besteden we dan maar aan ‘het behouden Huys’. Dat is wat minder, maar toch geen straf.
Terug van het bunkermuseum parkeren we weer in de haven en lopen nog wat over de zandplaat van ‘de Noordsvaarder’. We hebben goed zicht op alle schepen die aankomen en vertrekken. Dat zijn er nog heel wat.
We scoren een (heerlijke) kibbeling en kunnen meteen daarna de boot op. Die vertrekt om half 6 en iets na negenen zijn we weer in Ede.

5 maart: ‘minimal Useless Machine’

Op Internet kwam ik een filmpje tegen van iemand die een ‘heel klein useless machientje’ had gemaakt.
Met op Thingiverse alle benodigde bestanden (zowel voor de 3d-print als de coding).

Ik kon het niet nalaten er een paar te maken…
Een stuk minder creativiteit dan mijn grote project eerder dit jaar; maar toch wel grappig.
En weer wat dingetjes geleerd:
– Ik wist niet dat er zulke kleine ‘arduino-compatibles’ waren (‘Digispark ATtiny85’).
– En geleerd dat er ‘draadinzetstukken’ bestaan. Daarmee kun je heel prima boutjes in je 3D-werkstukjes schroeven. Het is een soort ‘moertje’ wat je in je plastic ‘vastsmelt’.

Nu moet ik misschien toch maar ophouden met die useless machines…

23 Februari. Tentoonstellingen in Amsterdam

Eindelijk een dagje geen regen.
We gaan naar Amsterdam!
Er zijn twee tentoonstellingen die heel binnenkort aflopen en die we toch graag willen zien:
– een ‘herdenkingstentoonstelling’ van Peter van Straaten (5 jaar geleden overleden)
– de (gerestaureerde) Gouden Koets, die waarschijnlijk ‘nooit’ meer zal rijden

We beginnen in het Allard Pierson museum, waar de tentoonstelling van Peter van Straaten is te zien.
Wat heeft die man toch veel gemaakt… Eigenlijk is vandaag niet eens heel veel van zijn werk te zien; maar een aantal mensen heeft, vanuit hun eigen vak/interesse, een aantal tekeningen eruit gelicht.

Het Allard Pierson museum is een beetje een eigenaardig museum; met vooral een ‘archeologische’ achtergrond. We zijn er nu toch en maken een rondje. Het is verrassend interessant. Ook zonder ‘van Straaten’ is het museum zeker de moeite waard. Zie hieronder een aantal foto’s.

Na ‘het Allard Pierson’ lopen we (met prachtig weer!) een eindje door de stad en nemen de lunch bij ons favoriete kroegje: ‘Café de Pels’ in de Huidenstraat (aanrader!).

Versterkt lopen we door de Kalverstraat terug naar het Amsterdam Museum. Want daar is de Gouden Koets te zien. Nog maar een paar dagen, want het museum gaat voor een paar jaar dicht (verbouwing) en de koets zal verdwijnen in de koninklijke stallen. Het is, vanwege alle commotie rond de ‘slavernij-tekeningen’, niet te verwachten dat de koets nog eens zal rondrijden.
In het Amsterdam Museum is ook een tijdelijke tentoonstelling ingericht rondom het ‘vrijdenkers-principe’ van Spinoza. Eerlijk gezegd vonden we die tentoonstelling wat minder.

Maar: het was fijn om weer eens een dagje in Amsterdam te zijn geweest….

Februari: groot Scanproject. Eerste fase afgerond.


Iedereen heeft volgens mij wel zo’n stapel op zolder

Al vele jaren ‘staat op mijn lijstje’ dat ik eigenlijk eens ‘wat zou moeten doen’ met mijn papieren foto’s.
Vanaf de zomer van 2001 ‘ben ik digitaal’; en van mijn jeugd heb ik maar weinig foto’s, maar vanaf zo’n beetje 1980 is er een vrij indrukwekkende hoeveelheid papieren foto-albums. Ze staan op zolder…

Digitaal heeft wel heel veel voordelen:

  • je kijkt er veel makkelijker even in. En als je een beetje goeie ordening hebt (liefst met een database), kun je makkelijk wat opzoeken
  • kwaliteit wordt in de loop der jaren niet minder (een aantal van mijn albums waren al helemaal verbleekt)
  • beschermd tegen brand en zo (aannemend dat je digitale backup-strategie op orde is)
  • geen rotzooi

Maar ja… hoe maak je die omzetting?
Jaren geleden heb ik eens een negatief-scanner geleend (van een computerclub) en daar een paar negatieven mee gescand. Best een aardig resultaat, maar een eindeloze klus (je moest strookje voor strookje doorvoeren). Ik heb het bij een stuk of 100 negatieven gelaten.

Nu begon het weer te jeuken. Ook omdat een vriend me vertelde dat hij onlangs al zijn foto’s had gedigitaliseerd.
Een paar experimenten gedaan; en uiteindelijk besloten om een (redelijk) professionele scanner te huren. Zo’n ding kost 1.000 euro en je hebt hem maar ‘even’ en eenmalig nodig. Een week huur kost 100 euro. Ik blijk hem twee weken nodig te hebben.
De verhuurder vertelt me dat scannen van foto’s (los of uit een album) maar een matig resultaat geeft. Het meeste haal je uit een negatief.
Toch wat experimenten gedaan, met in toenemende kwaliteit:

  1. een ‘foto van een foto’. Dus met je camera foto’s maken van de foto’s in een album. Gaat snel; maar o.a last van schitteringen
  2. Google fotoscan. Een app van Google waarmee je met je telefoon foto’s scant. Veel mensen zijn er enthousiast over
  3. mijn eigen scanner (van mijn all-in-one printer). Kan wel (redelijk) foto’s scannen, maar geen negatieven
  4. een fotoscan met de gehuurde ‘flatbed-scanner’. Net zoiets dus als met mijn eigen scanner. Maar deze heeft beter lenzen en zo.
  5. een negatiefscan met de gehuurde ‘flatbed-scanner’. Zoals de verhuurder al had voorspeld, geeft dit het beste resultaat.

Voor de negatiefscans stel ik de scanner in op 2400 dpi, 24 bit kleur en verder alle defaults. De scan van 1 negatiefbeeldje kost dan ruim een minuut.
De scanner kan 4 strookjes tegelijk scannen. De meeste van mijn negatiefstrookjes bevatten 4 beeldjes. Dus ik scan ongeveer 15 beeldjes per ‘run’. Dat duurt dan een ruim kwartier.
Na zo’n run moet ik negatieven wisselen, wat administratie doen en wat klikjes in de software.
Al met al is het een proces van 20 minuten (5 minuten ‘werken’ en 15 minuten wachten).
Zie het filmpje.


Ik heb 2 negatief-albums, met daarin totaal zo’n 3.000 beeldjes.
15 per run = 200 runs = 4.000 minuten = 66 uur. Netto. Er gaat wel eens wat mis en je moet ook wel eens even wat anders doen.
Ik ben 7 dagen bezig geweest; ongeveer 14 uur per dag.
Eerlijk gezegd viel de kwaliteit me toch nog een beetje tegen. Wat zitten zoeken en zo, en kwam op een recept voor het best mogelijke resultaat (met deze scanner). Dan moet je hem anders instellen en ook nog wat nabewerking op de computer doen. Dan krijg je gigantisch grote bestanden en (erger) je bent dan minstens 7 minuten tijd kwijt per beeldje (waarvan 2 minuten handwerk). Na rijp beraad besloten dat niet te gaan doen. Dan moet je echt zelf zo’n scanner kopen en er maanden tijd aan besteden.
Besloten om blij te zijn met wat ik nu bereik.


losse mapjes en foto’s

Na ruim een week had ik al (?) mijn negatieven gescand.
Op zolder stonden kisten met foto-albums en een nare doos vol met ‘troep’. Losse foto’s en mapjes zoals ze van de afdrukcentrale waren gekomen en die ‘nog moeten worden ingeplakt’.
Eerst die doos eens uitgemest. En daar kwamen we nog een paar honderd negatieven in tegen.
Van de meeste losse foto’s waren negatieven (de meeste de afgelopen week gescand), maar ook wel een aantal waarvan geen negatieven waren. Een selectie gemaakt welke van die foto’s ik zou scannen.


allerlei albums

Daarna de albums bekeken.
Van de meeste foto’s (in die albums) had ik negatieven (al gescand dus). Maar van sommige albums had ik helemaal geen negatieven. Bijvoorbeeld ons trouw-album.
In eerste instantie de foto’s in die albums met ‘Google Fotoscan’ gescand. Maar het resultaat vond ik toch te mager. Dus al die dikke, zware albums toch maar op de scanner gelegd en op die manier gescand. Dan ben je per foto toch ook wel een paar minuten bezig.
Ondertussen heeft Phia de familie-albums doorgekeken en gecontroleerd of er van al die foto’s wel een (negatief-) scan was. Verreweg van de meeste wel, maar in elk album ontbraken er wel een aantal. Die heb ik ‘bijgescand’ (dus album op de scanner).

Dat scannen van die losse foto’s en albums kostte ook nog bijna een week.
Aan het einde van het verhaal had ik:
– 3.000 scans van negatieven
– 1.000 scans van foto’s
Tijdens dat hele scan-gebeuren heb ik natuurlijk zo goed mogelijk een naamgevings-conventie (yymm) gehanteerd en de scans op die manier bij elkaar gehouden.
Het dateren van losse foto’s bleek trouwens ook nog een uitdaging.
De scans beslaan een periode van 1973 tot 2001 (toen werd ik digitaal).
Vooral vanaf 1982 zijn het er zo’n 100-200 per jaar. Vakanties met Phia en zo.
Even terzijde: na 2001 digitaal en toen kwamen er 2.000 per jaar bij. 10 keer zoveel dus. Ik heb totaal ongeveer 60.000 foto’s….

Als het goed is (‘famous last words…’) heb ik van al mijn papieren foto’s nu een digitale kopie.
De scanner gaat vandaag terug naar de verhuurder.
Onderaan deze post nog wat foto’s van het hele gebeuren.

De volgende slag is een administratieve (en een heel klein beetje creatief).

De naamgeving en volgorde van de gemaakte scans is maar zo-zo. Die moet ik nalopen en aanpassen. Ook wil ik dat de scans (ongeveer) de ‘opname-tijd’ krijgen die bij de papieren foto hoort. Nu staat als ‘opname-tijd’ de datum/tijd dat de scan is gemaakt. Dat is wat vervelend bij sorteren en zo.
Ik ga de papieren foto-albums als basis gebruiken voor ‘verzamelingen’ in Lightroom (in Lightroom heb ik alle foto’s geadministreerd).
De foto-albums bevatten namelijk ‘de beste foto’s’; want de rest werd niet ingeplakt.
Ook wil ik de tekst die (in de albums) bij de foto’s staat overnemen in de ‘exif-informatie’ van de digitale scan. Want als het papieren album verloren gaat is het zonde als die tekst weg is.

Hier verwacht ik nog wel een week mee bezig te zijn.

Daarna ga ik de 4.000 nieuwe aanwinsten uploaden naar Flickr (en daar misschien ook nog de albums definieren).

Last but not least een extra backup maken op DVD’s.

23 januari: Useless Machine versie 2

In oktober vorig jaar heb ik mijn eerste ‘useless machine’ gemaakt. Zie mijn blog-entry.
Wel grappig; maar het is eigenlijk maar domme brute kracht.

Weer wat verder gekeken en ik kwam terecht bij een leuk ding, wat twee servo-motoren heeft, die aangestuurd worden door een (programma in een) microprocessor.
De eerste motor doet een klepje open (en dicht), waaruit een arm komt (aangestuurd door de tweede servo) die de schakelaar uitzet.
Het grappige is dat je in de programmatuur allerlei ‘gedrag’ kunt vastleggen. Als de ‘gebruiker’ bijvoorbeeld snel de schakelaar weer aanzet, terwijl de arm weer op weg is naar de rust-stand, kan de machine ‘kwaad’ worden en op een andere manier de schakelaar weer uitzetten.

Deze dan maar zelf bouwen?
Mezelf kennende, gaat me dat niet lukken in hout. En zo’n elektronica-wonder ben ik nu ook weer niet. Verder heb ik het idee dat de machine uit dat filmpje altijd (een beetje) stroom blijft gebruiken. En dat kost je je batterijen….
Pieker, pieker, pieker.
En ik heb de volgende beslissingen genomen:
– gebruik een kant en klare microprocessor met aanverwante sturing: een Arduino.
– gebruik een relais om te zorgen dat ik volledig stroomloos ben als de schakelaar uit staat (zie schema hieronder)
– bouw het niet in hout, maar in plastic; waarbij ik alle onderdelen in Sketchup teken en op mijn 3D-printer print.

Zo gezegd; zo gedaan.

Begonnen (begin december 2021) met aanschaf van een Arduino starter kit en mezelf dat ‘platform’ een beetje eigen gemaakt.
Een relais en een wisselschakelaar gekocht en mijn roestige electra-kennis toegepast. Je kunt nu de Arduino aanzetten met een schakelaar en het eerste wat de Arduino doet is een relais aanspreken wat ervoor zorgt dat de Arduino aan blijft, ook als je de schakelaar weer uitzet. Als de Arduino ‘klaar’ is; zet hij zichzelf uit door het relais weer te laten afvallen.
De volgende stap was aanschaf van twee servo-motortjes en een beetje pielen op een stukje hout.
Eigenlijk liep dat allemaal best. Ook niet echt moeilijk. Helaas moet ik wel toegeven dat ik in het proces twee Arduino’s heb opgeblazen door kortsluiting. Nu kost zo’n ‘Arduino Nano Every’ (de kleinste Arduino) wel niet ‘de wereld’ (ongeveer 12 euro), maar ik schaam me er toch wel voor….

Maar nu het laatste onderdeel van het plan. De mechanica bouwen in plastic. Daar ben ik wel een week of twee mee bezig geweest. Zie de plaatjes hieronder en vooral het filmpje van de montage.
Best veel werk dus; maar ik kan me niet voorstellen dat/hoe ik het ‘in hout’ voor elkaar had gekregen.

Uiteindelijk een kwestie van alle onderdelen in elkaar zetten.


in elkaar zetten van de machine

Ik ben er de eerste drie weken van januari bijna full-time mee bezig geweest. Ik verklaar hem nu voor klaar. Ik had nog het plan om dit plastic gebeuren tot ‘binnenwerk’ te verklaren en het hele ding te laten zakken in een houten doos (met een houten deksel. Maar eigenlijk vind ik het in plastic ook wel mooi. En… ik was het wel een beetje zat, zo langzamerhand.
Heel misschien bouw ik er nog wel een keer eentje (waarin ik wat kleine details aanpas) en dat ik die dan wel in een houten doos doe. Nog eentje bouwen is niet echt moeilijk; want ik heb natuurlijk alle ontwerpen en stuurbestanden voor de 3D-printer nog. Het kost dan ‘alleen’ nog maar 3 tientjes onderdelen (Arduino; servo’s, relais), een paar ons plastic en heel veel (print-) tijd.
Maar ik denk dat het hier wel bij blijft…

Het heeft allemaal eigenlijk iets teveel tijd, geld en moeite gekost; maar ik ben toch wel blij dat ik het gedaan heb…

22 december: winterwandeling

Vandaag met zoon Evert de 14 kilometer van ‘het Kreelse Pad’ (klompenpad) gelopen.
Ik denk dat het wel de vijfde keer is dat ik die route liep; maar het blijft een mooi pad.

Alles was sterk berijpt en dat gaf weer een aparte sfeer.
‘Theeschenkerij’ de Mossel was gelukkig open (‘to Go’) en daar hebben we een warm broodje gescoord.
Lekker 3 uurtjes bijgepraat…

Kerst 2021

De voorbereidingen voor de kerst zijn weer afgerond.

Deze keer niet een echt spectaculaire kerstkaart, maar dit ‘deepdreamer-resultaat’ vinden de meeste mensen toch wel leuk. Achterop de kaart had ik een QR-code geplakt, die verwijst naar wat meer uitleg.

Na jaren twijfelen (en steeds weer een ‘echte boom’ kopen) nu toch overgestapt op een kunst-kerstboom. Het ziet er best aardig uit. Maar je ruikt hem niet. Dat is wel jammer.

21 december het jaarlijkse ritueel gestart van het maken van kerststukjes. Mijn zusje noemt het mijn jaarlijkse ‘kerst-ontploffing’. Het zijn er inderdaad wel een beetje veel.
In de foto’s hieronder zie je de verschillende versieringen. En ook een foto van mijn kerstdorp. Dit jaar weer twee huisjes bijgekocht.

woensdag 3 november: ‘bevorderd’ tot ‘deep dreamer’

Al eerder berichtte ik over mijn experimenten met ‘Deep Dream Generator’.
Daar heb ik de afgelopen twee maanden best wat tijd ingestopt.
De ‘dreams’ die je maakt kun je publiceren op de website. En andere gebruikers kunnen je dan ‘likes’ geven.
Naarmate meer mensen je creaties leuk vinden, stijgt je ‘status’ van ‘newbie’, naar ‘member’, via ‘dreamer’ naar het hoogste niveau: ‘Deep Dreamer‘.
En dat ben ik nu. Trots :-).

Ik ben er nu wel even klaar mee. Tijd voor wat nieuws.
De meeste van mijn vrienden vinden het helemaal niks en onzin, maar een aantal van mijn dreams vind ik (al zeg ik het zelf) best leuk. En het is dus meer ‘werk’ dan alleen maar dom klikken.
Hieronder de top 20 van mijn ‘dreams’. Dat zijn dus de creaties die de meeste ‘likes’ hebben gekregen…